Rowan Sommers

Hoewel zijn leraren op de middelbare school wilden dat hij Frans of Latijn studeerde, vond Rowan talen nogal saai en hij zag eerlijk gezegd niet in waarom mensen wilden leren hoe ze op een andere manier hetzelfde kunnen zeggen. Het kleine aantal psycholinguïstische feiten dat hij tijdens zijn bachelor in de psychologie moest leren, overtuigde hem er ook niet van om meer over taal te willen leren. Pas toen hij tijdens zijn bachelor en master in filosofie en cognitieve neurowetenschappen in aanraking kwam met andere wetenschappelijke disciplines, begon hij de schoonheid en het wonderbaarlijke van het menselijk taalvermogen in te zien.

Daar realiseerde hij zich dat elke wetenschappelijke discipline zijn eigen taal had uitgevonden, met zijn eigen technische vocabulaire en jargonnige zinnen. Hoewel al deze wetenschappelijke termen moeilijk te leren zijn voor beginnende studenten, zijn ze, zodra ze deze nieuwe concepten onder de knie hebben, in staat om over de wereld te praten en na te denken op manieren die ze voorheen niet konden bevatten! Sindsdien probeert Rowan zoveel mogelijk nieuwe wetenschappelijke talen te leren, en na het licht gezien te hebben, bestudeert hij in zijn doctoraat over de neurobiologie van referentie hoe het kan dat onze hersenen de objecten en personen waar woorden naar verwijzen kunnen identificeren. Zo hoopt hij te leren hoe taal ons in staat stelt te praten en na te denken over de wereld.


De reis van wetenschappelijke ontdekkingen: Hoe wetenschappers nieuw goud vinden

Wetenschappers hebben de reputatie opgesloten te zitten in een ivoren toren: van buitenaf lijkt het erop dat ze zich vaak meer bezighouden met schijnbaar nutteloze theoretische problemen dan met bruikbare praktische problemen. In deze serie wil ik uitleggen waarom wetenschappers zo veel tijd besteden aan hun ogenschijnlijk frivole theorieën en je hopelijk overtuigen dat ze dat niet voor niets doen.