Hebben abstracte begrippen een abstracte betekenis?

/

In de taalwetenschappen worden woorden als “vrijheid”, “rechtvaardigheid”, en “vrede geclassificeerd als abstracte concepten omdat ze – in tegenstelling tot concrete begrippen zoals “auto” en “olifant”- niet verwijzen naar objecten in de fysieke wereld. Recente studies tonen echter aan dat abstracte concepten geworteld zijn in onze ervaring van emoties en sociale interacties en dus minder abstract zijn dan je zou denken!

De traditionele visie

Traditioneel gezien maken filosofen en taalkundigen het onderscheid tussen twee soorten woorden: abstracte woorden die verwijzen naar bijvoorbeeld gedachten (“idee”), emoties (“liefde”) en sociale normen (“broederschap”) en concrete woorden die verwijzen naar dingen als dieren, planten, eten en gereedschap. De Oud Griekse filosoof Plato (4de eeuw v.C.) beschreef al een scheiding tussen het lichaam in de fysieke wereld en de ongrijpbare ideeënwereld. Geïnspireerd door zijn gedachtegang, benadrukt de klassieke visie dat abstracte concepten geen directe link met een fysiek object hebben. We kunnen ze dus niet ‘ervaren’ via interactie met onze fysieke omgeving. Daarom leren we abstracte betekenissen via gesprekken en het lezen van teksten en steunen op symbolische kennis in de plaats van fysieke beleving. Dit verklaart waarom kinderen pas later in hun taalontwikkeling abstracte woorden aanleren. Er is waarschijnlijk een link met hun leesvaardigheid.

Het missende puzzelstukje: de rol van emoties

Het is onmogelijk om het woord ‘vrijheid’ te beschrijven aan de hand van fysieke objecten. Toch roept ‘vrijheid’ beelden op, zoals een leeuw die bevrijd wordt uit een kooi, iemand die ontdaan wordt van handboeien of uit de gevangenis vrijkomt, iemand die weer vrij is van angst en pijn, een groep mensen die niet langer onderdrukt wordt, of de vrijheid om je eigen ideeën in je eigen woorden te mogen omschrijven. Deze voorbeelden doen je denken aan fysieke gewaarwordingen (fysiek vrij zijn van iets of iemand), acties (bevrijden), maar ook iemands mentale en emotionele toestand (spirituele en intellectuele vrijheid). Een ander voorbeeld is van een abstract concept is ‘vrede’. Vrede kan verwijzen naar een harmonieuze relatie met bijvoorbeeld je innerlijke zelf of anderen, maar ook naar een vreedzame relatie tussen sociale groepen en landen. De betekenis van ‘vrede’ is opnieuw verbonden aan mentale, sociale en emotionele dimensies (je kalm, ontspannen, sereen voelen). Het ervaren van emoties en sociale interacties lijken dus cruciaal te zijn voor het leren en begrijpen van abstracte woorden.

Dit wordt ook gesuggereerd door recent psycholinguïstisch onderzoek. Abstracte woorden die een emotie uitdrukken (‘blijdschap’, ‘liefde’, ‘woede’, ‘angst’, ‘vreugde’) worden eerder geleerd, sneller herkend en zijn makkelijk om te onthouden dan meer neutrale abstracte woorden (zoals ‘relatie’, ‘geldigheid’). Bovendien kunnen we de betekenis van abstracte woorden als ‘rechtvaardigheid’, ‘schoonheid’, ‘gedachte’ en ‘eer’ sneller begrijpen wanneer er een duidelijke associatie is tussen de betekenis van dat woord en bepaalde gevoelens, mentale staat, emoties en sociale verbanden. Concrete concepten zullen daarentegen meer bouwen op visuele en tastbare kenmerken, geur en geluid. Een auto kun je bijvoorbeeld herkennen aan een bepaalde vorm of kleur of het kenmerkende geluid van een motor. Studies hebben aangetoond dat we abstracte en concrete begrippen op een verschillende manier verwerken en representeren in onze hersenen.

Hoe representeert ons brein abstracte concepten?

Vanuit de traditionele visie, die aanneemt dat we alleen toegang hebben tot abstracte concepten via taal, zouden we verwachten dat abstracte concepten de gebieden in onze hersenen activeren die we ook gebruiken voor taalverwerking en symbolische betekenis. We zien inderdaad meer activiteit in de ‘taalgebieden’ van onze hersenen wanneer we abstracte woorden verwerken dan wanneer we concrete begrippen proberen te begrijpen. Recent onderzoek heeft echter laten zien dat abstracte woorden die verwijzen naar een emotie, zoals ‘blijheid’ ook de delen van onze hersen activeren die we nodig hebben bij het verwerken van emoties. Abstracte woorden als ‘eer’ activeren dan weer hersengebieden die we gebruiken tijdens sociale interactie. Patiënten met hersenschade in een van deze gebieden hebben moeite met het verwerken van woorden voor emoties of sociale verbanden.

Samenvattend kunnen we stellen dat woorden die traditioneel als abstract gezien werden eigenlijk diep geworteld zijn in hoe ons lichaam emoties, acties en sociale interactie ervaart. Er is steeds meer bewijs dat aantoont dat, behalve symbolische kennis, ook onze ervaring met zowel onze innerlijke staat (emoties) als de uiterlijke fysieke en sociale wereld een rol speelt in het leren en begrijpen van abstracte betekenissen. Zelfs het begrijpen van complexe wiskundig kennis met bijhorende abstracte termen als ‘breuken’ of ‘logaritme’ kan tot op zekere hoogte bouwen op kennis die we als kind hebben opgedaan door bijvoorbeeld op onze vingers te tellen om het concept ‘hoeveelheid’ te leren. Abstracte concepten lijken zo dus concreter dan we dachten. Betekent dat dat Plato’s klassieke theorie na 2500 jaar uiteindelijk toch uit de mode is geraakt? Waarschijnlijk niet. Sommige concepten, zoals priemgetallen, zijn simpelweg te abstract. Een symbolisch systeem blijft dus essentieel om abstracte concepten met abstracte meningen te kunnen hebben.

Meer lezen:

Schrijver: Francesca Carota
Redacteur: Dilay Karadoller
Nederlandse vertaling: Caitlin Decuyper
Duitse vertaling: Bianca Thomsen
Eindredactie: Eva Poort, Sophie Slaats