Is het makkelijker om gesproken of geschreven taal te verwerken? Een interview met Dr. Merel Wolf

/

Dr. Merel Wolf was promovenda bij Het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek. Begin dit jaar verdedigde zij haar proefschrift genaamd ‘Spoken and written word processing: Effects of presentation modality and individual differences in experience to written language’. Gelukkig wilde zij hier graag een aantal vragen over beantwoorden.

Wat was de hoofdvraag van je onderzoek?

Mijn proefschrift onderzocht twee belangrijke vragen: (1) Is het makkelijker om gesproken of geschreven taal te verwerken? (2) Kun je taal beter verwerken als je een echte boekenwurm bent en veel leest?

Kun je de (theoretische) achtergrond in wat meer detail uitleggen?

Figuur 1. Een lemma, bijvoorbeeld voor het woord cheeta, bevat informatie over beide modaliteiten.

Taal heeft verschillende vormen of modaliteiten: de gesproken vorm die je hoort tijdens een gesprek en de geschreven vorm die je tegenkomt wanneer je leest. De manier waarop taal opgeslagen zit in ons hoofd kan je zien als een soort mentaal woordenboek met een lemma voor elk woord dat we kennen. Zo’n lemma, bijvoorbeeld voor het woord cheeta, bevat informatie over beide modaliteiten (Figuur 1). Behalve de betekenis van een woord (katachtig Afrikaans roofdier met stippen), sla je dus ook informatie op over hoe je dat woord schrijft (met ch en twee e’s) en uitspreekt (tsjieta). Die verschillende stukjes informatie slaan we echter niet altijd even goed op. Zo weet je misschien wel wat een cheeta is en hoe je het woord cheeta schrijft, maar niet hoe je het uitspreekt. Dit beïnvloedt ook hoe goed je een woord herkent. Zo kun je misschien makkelijk de geschreven vorm van cheeta herkennen, maar even moeten nadenken wanneer iemand ‘tsjieta’ zegt.

In verband met de vraag over de interactie tussen taalverwerking en leesgedrag, is het belangrijk te weten dat mensen erg verschillen in hun taalvaardigheid. Niet iedereen kan even mooi schrijven of goed spreken. Het idee is dat je, net zoals bij elke andere vaardigheid, beter wordt naarmate je oefent. Ik vroeg me af of het hierbij uitmaakt met welke vorm van taal je in aanraking komt. Kan het lezen van veel geschreven taal, ook je algemene taalvaardigheid verbeteren? En heeft dit invloed op je gesproken taalvaardigheid?


Waarom is het belangrijk een antwoord op deze vraag te vinden?

De vraag over de interactie tussen geschreven en gesproken taalverwerking is interessant omdat ze vooralsnog vooral los van elkaar bestudeerd werden.
Het onderzoek naar lezen en taalvaardigheid heeft praktische relevantie. Er is een enorme dip in de taalvaardigheden van Nederlandse jongeren en er is sprake van toenemende ontlezing. Er worden steeds minder boeken, kranten en tijdschriften gelezen. Het stimuleren van lezen kan wellicht de achteruitgang in de taalvaardigheden verhelpen. Onderzoek kan dit voorstel verder motiveren.

Dr. Merel Wolf

Kun je één specifiek project omschrijven?

In hoofdstuk 3 onderzocht ik hoe accuraat en hoe snel mensen gesproken of geschreven woorden konden herkennen. Proefpersonen kregen makkelijke (‘alligator’), moeilijke (‘polemologie’) en niet bestaande woorden (‘garidijn’) te horen of te zien en moesten zo snel mogelijk beslissen of ze het ‘woord’ kenden of niet. Zowel de makkelijke als moeilijke woorden werden even accuraat herkend in geschreven en gesproken vorm. Proefpersonen waren wel sneller in het herkennen van geschreven woorden dan gesproken woorden. Dit is op zich logisch, omdat mensen sneller kunnen lezen dan dat het duurt om een woord uit te spreken (en te beluisteren). Er was een groter verschil tussen de geschreven en gesproken vorm voor makkelijke woorden (0.6s) dan voor moeilijke woorden (0.4s). Waarom dat zo is weten we nog niet precies, maar het toont wel aan dat het effect niet alleen veroorzaakt wordt doordat lezen sneller is dan luisteren. Dan zou het effect namelijk even groot zijn voor makkelijke en moeilijke woorden.

Wat was je belangrijkste bevinding?

We vonden dat je geschreven en gesproken taal even accuraat kan herkennen, maar dat je geschreven taal wel sneller kunt verwerken. Ook vonden we dat boekenwurmen inderdaad beter taal kunnen verwerken, begrijpen en produceren dan mensen die niet veel lezen. Het lijkt zo te zijn dat lezen ervoor zorgt dat de stukjes informatie over een woord steeds beter en preciezer worden opgeslagen. Als je een woord vaker tegenkomt, weet je steeds beter wat het precies betekent, en hoe je het schrijf of uitspreekt. Doordat het woord beter is opgeslagen, kan je het ook sneller herkennen als je het nog een keer tegenkomt. Zo zorgt lezen er dus voor dat je taalvaardigheid beter wordt.

Wat zijn de implicaties van deze bevinding? Hoe duwt dit de wetenschap of de maatschappij vooruit?

De conclusie dat mensen geschreven en gesproken woorden even goed herkennen, maar geschreven woorden sneller herkennen, komt bijvoorbeeld van pas bij het ontwerpen van taaltoetsen of woordenschattesten. Gezien de afnemende taalvaardigheden, ontlezing en het probleem van laaggeletterdheid in Nederland, zijn ook de bevindingen over de invloed van leesgedrag op taalvaardigheden erg relevant. De overheid heeft bijvoorbeeld recentelijk opgeroepen tot een leesoffensief om de ontlezing tegen te gaan. Dit onderzoek bewijst dat leesgedrag inderdaad een positieve invloed heeft op taalvaardigheid en valideert daarmee beleid gericht op leesbevordering.

Wat wil je hierna gaan doen?

Ik werk nu als onderzoeker bij het Expertisecentrum Beroepsonderwijs. Daar doe ik in opdracht van de overheid of scholen onderzoek naar allerlei vragen over onderwijs. Dit zijn bijvoorbeeld projecten over welke interventies mbo-scholen kunnen uitvoeren om de taalvaardigheid van hun leerlingen te verbeteren of hoe de pabo-opleiding voor basisschoolleraren vormgegeven moet worden. Ik heb in deze baan ook meer tijd om de kennis die we opdoen uit onderzoek te verspreiden en te communiceren.

Link naar proefschrift