Natascha Roos

Natascha doet haar PhD aan de Radboud Universiteit en het Donders Instituut voor Brein, Cognitie en Gedrag. Ze kwam voor het eerst naar Nijmegen in 2015 als Erasmusstudent uit Frankfurt in Duitsland, waar ze een bachelor in taalwetenschappen deed. Zodra ze erachter kwam dat Nijmegen een belangrijke hub is voor onderzoek naar taal en de hersenen, besloot ze om hier te blijven. Na haar bachelor deed ze een master in cognitieve neurowetenschappen en begon met haar PhD binnen de Language Function and Dysfunction-groep in september 2019. Haar project gaat over het herstel van taalfuncties na een beroerte evenals na een door hersenstimulatie tijdelijk geïnduceerde laesie.

Naast haar onderzoek houdt Natascha van dansen en hardlopen en is ze coach van een tiener showdanceteam. In mei 2020 werd ze moeder van de toen 8-weken-oude Benni, een prachtige en lieve Grote Zwitserse sennenhond. Dit heeft haar leven zeker op z’n kop gezet en nu is ze dagelijks vele uren bezig met hondentraining en wandelingen in de natuur.


Taalvaardigheden na een beroerte: patiëntenonderzoek

Ongeveer 25-40% van de mensen die een beroerte hebben gehad, hebben problemen met een of meer aspecten van communicatie – bv. spreken, begrijpen, schrijven of lezen. Dit wordt afasie genoemd. Ongeveer 80% van de gevallen van afasie is het gevolg van een beroerte. Afasie komt meestal voor na een beroerte aan de linkerkant van de hersenen, waar de taal zich meestal bevindt. Maar zelfs wanneer kritieke gebieden onomkeerbare schade hebben opgelopen, herstellen patiënten sommige of zelfs al hun taal- en communicatievaardigheden. Hoe kan onderzoek deze patiënten helpen hun communicatievaardigheden te verbeteren?


Afasie – wat nu?

In het eerste deel van deze reeks over afasie bespraken we hoe de symptomen van verschillende vormen van communicatiestoornissen sterk overeen kunnen komen. In dit tweede deel zullen we bespreken op welke manier spraak- en communicatiestoornissen worden gediagnosticeerd door clinici en welke factoren het herstel van patiënten kunnen beïnvloeden. De focus ligt hierbij op patiënten die met neurologische schade (zoals een beroerte) zijn opgenomen in het ziekenhuis. De taalstoornis is in deze gevallen een bijwerking van de eigenlijke medische diagnose en niet de hoofdreden om naar een neuroloog te gaan. In dit soort situaties kunnen de taalproblemen van een patiënt helaas makkelijk over het hoofd worden gezien.


Diagnose: Afasie – wat?

Ben je ooit in een situatie terechtgekomen waarin je iets wilde zeggen, maar de woorden niet kon vinden? Dat kan gebeuren wanneer je een taal spreekt die je (nog) niet goed beheerst. Maar het kan ook gebeuren wanneer je je moedertaal spreekt en je bijvoorbeeld afgeleid of moe bent. De meesten van ons hebben waarschijnlijk wel eens een soortgelijk geval van tijdelijke communicatieproblemen meegemaakt. Gelukkig zijn deze situaties meestal van korte duur en weten we uiteindelijk de juiste woorden te vinden.