Natalia Levshina

Natalia werkt als een taalwetenschapper aan het Instituut voor Psycholinguïstiek op het departement Neurobiology of Language [Neurobiologie van Taal]. Ze is een postdoc in het ‘Language in Interaction’-project van het NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). In haar werk is ze op zoek naar gemeenschappelijke eigenschappen van allerlei verschillende talen. Ze onderzoekt dit door experimenten uit te voeren en allerlei corpora [verzamelingen van gesproken of geschreven teksten) in verschillende talen te analyseren. Haar favoriete corpus is SUBTLEX, een corpus van ondertitelingen van films in allerlei verschillende talen. Ze houdt van analyseren en programmeren in R, en ook geeft ze graag onderricht in linguïstische onderzoeksmethoden en -technieken.

Als academicus heeft Natalia al veel landen gezien. Opgegroeid in Rusland, haar doctoraat behaald in België, postdocs in België en Duitsland, en nu in Nederland. Tussen al deze verhuizingen door bleef ze taalwetenschappelijk onderzoek doen en vond ze de tijd om een handleiding te schrijven voor de programmeertaal R: ‘Hoe linguïstiek te bedrijven in R“. Nu werkt ze aan een tweede editie, en schrijft ze ook een over efficiënte communicatie.

Buiten haar werk om mag Natalia graag filosoferen met lekker eten een bijpassend wijntje.


‘Ik ben Groot’: Dubbelzinningheid is een superkracht

Superhelden zijn fascinerend, ook voor onderzoekers. Een filosoof kan vergelijkingen trekken tussen superhelden en Nietzsches idee van de Übermensch. Een geschiedkundige kan onderzoeken hoe superhelden mee veranderen met de maatschappij, van de blanke, mannelijke Superman tot Wonder Woman en Black Panther. Voor een taalkundige zijn superhelden interessant omdat ze ons laten zien waar de grenzen van de menselijke taal liggen. In een vorige blogpost schreef ik over Yoda uit Star Wars. Zijn woordvolgorde is werkelijk buitenaards omdat hij alle mogelijke regels breekt. Vandaag is de beurt aan Guardians of the Galaxy, waarin verschillende personages uit de Marvel Comics voorkomen.


Denk je dat ik geloof dat je hoopt …? De kracht van recursie

In mijn vorige blog schreef ik over recursie – zelf-replicatie, ofwel wanneer een regel of procedure wordt toegepast op zijn eigen opeenvolgende resultaten. Sommige taalkundigen beweren dat recursie een bepalend aspect is van de menselijke taal: onze grammatica stelt ons in staat woorden te combineren tot complexere structuren, die op hun beurt weer worden gecombineerd tot nog complexere structuren, vergelijkbaar met matroesjka-poppen. Ik betoogde echter dat recursie in grammatica niet helemaal overeenkomt met de huidige centrale status in de taaltheorie, aangezien dit hiërarchische gebruik van regels in de meeste, zo niet alle, aspecten van het leven aanwezig is. Maar betekent dit dat recursie iets triviaals en saais is? Zeker niet! Als een toverstaf stelt het ons, de mens – algemeen beschouwd als een zeer sociaal dier – in staat elkaar op een zeer efficiënte en flexibele manier te begrijpen en met elkaar te communiceren.


Denk je dat ik geloof dat jij hoopt…? De grenzen van recursie

Als een jong meisje in een Slavisch dorp wilde weten hoe haar toekomstige man eruit zou zien, zou ze midden in de nacht naar een pikdonkere schuur gaan, twee spiegels tegenover elkaar plaatsen en twee kaarsen aansteken. Vervolgens zou ze in een eindeloze ‘tunnel’ staren, gevormd door reflecties, totdat ze een gezicht zou zien. Deze manier van waarzeggerij is gebaseerd op recursie.