Natalia Levshina

Natalia werkt als een taalwetenschapper aan het Instituut voor Psycholinguïstiek op het departement Neurobiology of Language [Neurobiologie van Taal]. Ze is een postdoc in het ‘Language in Interaction’-project van het NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). In haar werk is ze op zoek naar gemeenschappelijke eigenschappen van allerlei verschillende talen. Ze onderzoekt dit door experimenten uit te voeren en allerlei corpora [verzamelingen van gesproken of geschreven teksten) in verschillende talen te analyseren. Haar favoriete corpus is SUBTLEX, een corpus van ondertitelingen van films in allerlei verschillende talen. Ze houdt van analyseren en programmeren in R, en ook geeft ze graag onderricht in linguïstische onderzoeksmethoden en -technieken.

Als academicus heeft Natalia al veel landen gezien. Opgegroeid in Rusland, haar doctoraat behaald in België, postdocs in België en Duitsland, en nu in Nederland. Tussen al deze verhuizingen door bleef ze taalwetenschappelijk onderzoek doen en vond ze de tijd om een handleiding te schrijven voor de programmeertaal R: ‘Hoe linguïstiek te bedrijven in R“. Nu werkt ze aan een tweede editie, en schrijft ze ook een over efficiënte communicatie.

Buiten haar werk om mag Natalia graag filosoferen met lekker eten een bijpassend wijntje.


De COVID-isering van taal: Waarom mensen rona zeggen in plaats van coronavirus

De coronapandemie heeft onze levens ingrijpend veranderd. Maar het heeft ook invloed op de manier waarop we praten. Het heeft geleid tot creatieve nieuwe woorden zoals covidioot (iemand die zich idioot onvoorzichtig gedraagt als het gaat om het voorkomen van het oplopen en verspreiden van COVID-19) en het Engelse quarancation (het thuisalternatief voor een vakantie in het buitenland). Maar er zijn ook veel subtielere vernieuwingen die minstens zo fascinerend zijn.