Ruth Corps

Ruth is een post-doc onderzoeker bij de afdeling Psychology of Language van het MPI. Haar onderzoek gaat over hoe mensen taal gebruiken tijdens gesprekken en, in het bijzonder, hoe de taal die we bestuderen in labexperimenten anders is dan de taal die we in natuurlijke situaties gebruiken. Voordat ze naar het MPI kwam, heeft Ruth haar promotieonderzoek afgerond en een post-doc gedaan aan de University of Edinburgh, waar ze experimenten ontwierp om te onderzoeken hoe mensen tijdens gesprekken hun volgende zin plannen. Daarvòòr heeft ze een bachelors en onderzoeksmaster in psychologie gedaan aan de University of Dundee.

In haar vrije tijd houdt Ruth van zwemmen, klimmen, bakken en honden aaien. Ze houdt ook van lezen, maar dit leidt meestal tot dutjes.


Waarom moet je in een gesprek snel reageren?

Tijdens de COVID-19-pandemie hebben we allemaal veel tijd doorgebracht met videobellen via apps als Zoom, Skype, en Teams. Als jouw ervaring daarmee een beetje op die van mij lijkt, vond je waarschijnlijk ook dat die interacties minder bevredigend waren dan in het echt. Problemen met de verbinding konden ervoor zorgen dat mensen vastliepen of verdwenen, hun spraak klonk vreemd, en je wist vaak niet wanneer je de beurt moest nemen om te praten. De verbinding zorgde er ook vaak voor dat er lange pauzes ontstonden tussen het eind van de zin van de ene persoon en het begin van de zin van de volgende persoon. Tijdens die pauzes vroeg je je dan af of de ander je gehoord had, en werd je genoodzaakt te vragen: “Hallo? Ben je daar nog?”


Conversatie is niet als een spelletje ping pong

Misschien is het je opgevallen dat wanneer je een gesprek voert met iemand anders, je om beurten met hem of haar praat – je produceert je eigen zin en luistert naar je partner die de zijne of hare produceert. Dit proces lijkt vrij moeiteloos te gaan. We praten vaak om beurten met onze partner zonder dat er veel tijd verstrijkt tussen het einde van hun beurt en het begin van onze eigen beurt. Onderzoek wijst uit dat er enige variatie is in het nemen van beurten in verschillende talen. In het Japans is de gemiddelde tijd tussen twee beurten ongeveer 7 milliseconden, terwijl dat in het Deens ongeveer 470 milliseconden is. Maar dit verschil ligt meestal rond de 200 milliseconden, ongeacht de taal die we spreken.