Code-switching: één zin, twee talen

/

We leven in een multiculturele en meertalige wereld, waar kunnen communiceren in meer dan één taal voor veel mensen de norm is. Aangezien tweetaligheid een fundamentele rol speelt in onze maatschappij, is het de afgelopen decennia als vanzelf een belangrijk onderwerp geworden in de wetenschap. Wetenschappers zijn in het bijzonder geïntrigeerd door een fenomeen dat code-switching genoemd wordt. Code-switching wordt gedefinieerd als ‘het mixen of veranderen van de structuren, het woordenschat en andere componenten van ten minste twee talen’.

Als je meer dan één taal spreekt, ben je misschien bekend met deze situatie: je kunt een woord niet vinden in de ene taal, maar je kent het wel in een andere. Misschien vind je deze ervaring behoorlijk frustrerend, maar wat als de persoon met wie je praat, dezelfde talen (Nederlands en Spaans bijvoorbeeld) spreekt als jij? In dat geval kun je, als je het woord in het Nederlands niet weet, het Spaanse woord zeggen. Een voorbeeld hiervan kan zijn: “Geef me een hamburger zonder lechuga alstublieft”: in dit geval begint de zin in het Nederlands en wordt het woord ‘sla’ vervangen door de Spaanse tegenhanger ‘lechuga’. Wanneer deze taalvermenging verder gaat dan het af en toe lenen van een woord of zin, noemen wetenschappers het ‘code-switching’ en dit kan voor veel tweetaligen een dagelijkse ervaring zijn.
Verschillende onderzoeken melden dat het schakelen tussen talen meer cognitieve inspanning vereist dan communiceren in één taal. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de toegenomen leestijd en spreeksnelheid. Als dit waar is en codewisseling meer een last dan een voordeel is, waarom code-switchen tweetaligen dan?

Waarom code-switchen tweetaligen?

Eén theorie is dat tweetaligen code-switchen om efficiënter te communiceren. In dagelijks taalgebruik komen onvloeiendheden, aarzelingen en fouten vaak voor. Je hebt dit waarschijnlijk nooit opgemerkt, maar het is een ingewikkeld proces om te plannen wat je gaat zeggen en het dan precies te zeggen zoals gepland. Voor tweetaligen is de situatie nog ingewikkelder: wanneer ze een bericht plannen, moeten ze de juiste woorden in de juiste taal selecteren, ze in de volgorde zetten die de gekozen taal vereist en het resultaat uitspreken met de uitspraak van die taal. Om dit proces gemakkelijker te maken, kunnen tweetaligen verschillende strategieën gebruiken. Ze kunnen bijvoorbeeld de ene taal volledig onderdrukken om het gemakkelijker te maken om de andere vloeiend te spreken. Maar, zoals nieuw onderzoek aantoont, kunnen ze ook profiteren van het feit dat talen verschillen in hun structuur om het plannen van een zin gemakkelijker te maken. Hoe werkt dat precies?

De voordelen van code-switching werden bestudeerd in Spaans-Engelse tweetaligen uit Puerto Rico, een context waarin Spaans de dominante taal is voor interactie met familie, maar blootstelling aan het Engels komt via media en onderwijs. Tijdens het experiment kreeg elke deelnemer een foto te zien met verschillende objecten, zoals in de afbeelding hieronder. Ze moesten de objecten en hun positie beschrijven aan een van de onderzoekers (van wie de deelnemer dacht dat het een andere deelnemer was). Sommige objecten leken erg op elkaar; er waren bijvoorbeeld drie soorten sleutels en twee soorten handschoenen. Aan de rechterkant zie je een voorbeeld van het gesprek dat deelnemers hadden met de onderzoeker, en de vertaling ervan in het Engels aan de rechterkant. (Merk op dat “PAR” de delen van het gesprek aangeeft die door de deelnemer zijn gezegd en “CON” de delen die zijn gezegd door de onderzoeker die zich voordoet als een andere deelnemer.)

Wat erg belangrijk is om te weten is dat Engels en Spaans verschillende syntactische regels hebben als het gaat om woordvolgorde in een zin: in het Engels gaat het adjectief (onderstreept, bijvoorbeeld groen) vooraf aan het zelfstandig voornaamwoord (dikgedrukt, bijvoorbeeld appel), terwijl in het Spaans het adjectief volgt op het zelfstandig naamwoord.

EN: I eat a green apple.

ESP: Como una manzana verde.

Dit verschil in de woordvolgorde van Engels en Spaans maakt het plannen van een boodschap ingewikkelder voor tweetaligen. Omdat het belangrijk is om de juiste woordvolgorde voor de gewenste taal te selecteren, verwachten we niet dat tweetaligen code-switchen in een bijvoeglijk naamwoord + een zelfstandig naamwoord-zin. De auteurs vonden echter het tegenovergestelde effect: deelnemers produceerden vaker eenvoudige zinnen alleen in het Spaans (dat wil zeggen, zonder code-switching), terwijl code-switching vaker voorkwam in complexe zinnen, waaronder in bijvoeglijke naamwoord + zelfstandige naamwoord-zinnen, zoals je kunt zien in het voorbeeldgesprek hierboven. Hoe kunnen we dit verklaren?

Code-switching kan strategisch zijn

Tweetaligen kunnen ervoor kiezen om, in situaties waarin ze er baat bij hebben, te profiteren van het feit dat talen qua structuur verschillen. Bij deze taak moesten deelnemers soms vergelijkbare objecten beschrijven (zoals de drie verschillende sleutels). In een dergelijke situatie kan het helpen om eerst te verwijzen naar de (unieke) kenmerken zodat de luisteraar sneller kan achterhalen naar welk object de spreker verwijst:

Después vas a poner el vintage key.

Then          put            the vintage key

Al lado vas a poner el engagement ring.

Next      put             the engagement ring

Dus, in deze specifieke taak, gaven tweetaligen er de voorkeur aan om naar een andere taal over te schakelen voor complexe zelfstandige naamwoord + bijvoeglijke naamwoord-structuren. Met andere woorden, ze kozen ervoor om de woordvolgorde van het Engels te gebruiken als ze dachten dat dit het voor de luisteraar gemakkelijker zou maken om te begrijpen welk object ze beschreven.

Deze studie toont verder aan dat code-switching niet alleen plaatsvindt wanneer de spreker in zijn tweede taal spreekt. Sommige tweetaligen code-switchen graag in hun moedertaal. Dit werd bevestigd in een onderzoek met Spaans-Engelse tweetaligen die in Texas wonen: ze code-switchen meer wanneer ze communiceren in het Spaans (hun moedertaal) dan in het Engels. Deze interessante bevinding laat zien dat de taal die je het eerst hebt geleerd niet per se een speciale status heeft: je kent niet per se meer woorden in die taal en het is niet altijd de taal die het snelst wordt gebruikt. Hoe vaak en wanneer je die taal gebruikt, zijn andere belangrijke variabelen die een rol kunnen spelen bij het bepalen welke taal het eerst wordt gebruikt en welke waarschijnlijker wordt gebruikt bij het code-switchen.

Samenvattend verwijst code-switching naar het vermengen van woorden uit twee talen in dezelfde zin; dit kan vrij vaak voorkomen bij tweetaligen, zowel in hun moedertaal als in hun tweede taal. We hebben geleerd dat code-switching voor de spreker meer cognitieve inspanning kan vergen in vergelijking met het communiceren in slechts één taal, maar het kan in sommige situaties ook worden gebruikt als een nuttige strategie om efficiënter te communiceren.

Verder lezen:
Beatty-Martínez AL, Navarro-Torres CA and Dussias PE (2020) Codeswitching: A Bilingual Toolkit for Opportunistic Speech Planning. Front. Psychol. 11:1699. doi: 10.3389/fpsyg.2020.01699. https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fpsyg.2020.01699/full
Heredia RR & Altarriba J. (2001) Bilingual Language Mixing: Why Do Bilinguals Code-Switch? Current directions in Psychological Science 10(3), 164-168. https://journals.sagepub.com/doi/10.1111/1467-8721.00140
Özşen, A., Çalışkan, T., Önal, A., Baykal, N., & Tunaboylu, O. (2020). An Overview of Bilingualism and Bilingual Education. Journal of Language Research (JLR) 4(1), 41-57. https://dergipark.org.tr/en/pub/jlr/issue/54148/795090

Schrijver: Sara Mazzini
Redacteur: John Huisman
Nederlandse vertaling: Inge Pasman
Duitse vertaling: Barbara Molz
Eindredactie: Eva Poort