De toon van taal

/

Bij gesproken taal zijn niet alleen de woorden die we zeggen van belang, maar ook hoe we ze zeggen. Wanneer we spreken, maken we voortdurend kleine veranderingen in de toon van onze stem, hoe hard we spreken, of wanneer we besluiten even te pauzeren (de technische term voor deze aspecten van spraak is prosodie). Hoe we spreken kan overbrengen hoe we ons ergens over voelen, maar het kan ook de betekenis van onze woorden beïnvloeden. Zoals we zullen zien, kan dezelfde zin verschillende betekenissen hebben door alleen maar te veranderen hoe we hem uitspreken.

Spraakmelodie en betekenis gaan hand in hand

In een recent blog op Talkling legt Sophie Slaats uit hoe chatGPT moeite kan hebben met het interpreteren van bepaalde zinnen. De voorbeeldzin “Roos zag de man met de verrekijker” kan op twee manieren worden geïnterpreteerd: het kan betekenen dat Roos door een verrekijker kijkt of dat Roos een man ziet die een verrekijker bij zich draagt. Door verschillende manieren van spreken te gebruiken, kunnen we duidelijk maken welke van deze twee interpretaties we bedoelen. Het blijkt dat wanneer sprekers overbrengen dat Roos de verrekijker moet hebben, ze kort pauzeren tussen “man” en “met de…”. Voor de pauze gaat de toon van hun stem een beetje omhoog. Als ze echter willen zeggen dat de man de verrekijker bij zich had, pauzeren ze kort tussen “zag” en “de man…”, opnieuw met een lichte stijging van de toon voor de pauze. Op deze manier gebruiken sprekers de manier waarop ze dingen zeggen om duidelijk te maken welke woorden in een zin bij elkaar horen. Luisteraars weten op hun beurt heel goed hoe ze deze pauzes en verschillen in toon moeten interpreteren. Daardoor begrijpt de luisteraar welke woorden in de zin bij elkaar horen. Hoewel de zinnen dus precies hetzelfde zijn, is het de melodie van de spraak die een verschil in betekenis creëert. Anders gezegd, de melodie en het ritme van de spraak beïnvloeden direct de grammaticale structuur die onze gesprekspartner in zijn hoofd samenstelt.

Verschillen tussen sprekers

Hoewel mensen erg goed zijn in het gebruiken van hun stem om te communiceren, doen ze dit op heel verschillende manieren. Omdat ieders spraakkanaal uniek is, zijn er grote verschillen in hoe hoog of laag en hoe hard of zacht iemand spreekt. Bovendien kennen we allemaal mensen in onze omgeving die heel melodieus spreken, terwijl anderen in een toon spreken die grotendeels vlak blijft. Dit betekent dat wanneer we iemands spraak interpreteren, we heel flexibel moeten zijn om met dit alles rekening te houden. Als we bijvoorbeeld alleen naar een uiting luisteren, kan het heel moeilijk zijn om te weten of iemand ons een vraag of een bewering probeert over te brengen. Stel dat we de manier waarop je buurman de vraag “Je gaat weg?” stelt, vergelijken met de manier waarop je broer of zus zegt “Je gaat weg!”.  Als we kijken naar de metingen van de toonhoogte en de duur van deze twee voorbeelden (de vraag van je buurman en de uitspraak van je broer of zus), zouden ze eigenlijk precies hetzelfde kunnen zijn vanwege de verschillen tussen de sprekers. Alleen al op basis van die twee fysieke eigenschappen van spraak (toonhoogte en spreekduur) is het soms onmogelijk om te weten of wat we net hoorden bedoeld was als een uitspraak of als een vraag. Hoe lossen luisteraars dit probleem op? Onderzoekers denken dat zodra je iemand hoort spreken, je snel informatie verzamelt over hoe zijn zinnen gemiddeld klinken. Omdat je weet hoe die spreker meestal klinkt als hij iets beweert of een vraag stelt, kun je snel achterhalen of wat je net hoorde waarschijnlijk het een of het ander was. Maar goed ook! Want als we “Je gaat weg?” verkeerd horen voor “Je gaat weg.”, is de kans groot dat het gesprek nog gered kan worden. Maar stel je voor dat in plaats van De redacteur dacht: “deze schrijver is een sufferd” je tot de interpretatie komt: “De redacteur”, dacht deze schrijver, ‘”is een sufferd”