Stel je voor dat je door een drukke stad loopt, eten bestelt of het etiket op een medicijn probeert te lezen – zonder je ogen te gebruiken. Voor bijna 300 miljoen mensen wereldwijd die blind of slechtziend zijn, is dit dagelijkse realiteit. Gelukkig zorgen technologische ontwikkelingen ervoor dat zulke situaties steeds beter hanteerbaar worden. Maar: welke hulpmiddelen zijn er nu? Voldoen ze echt aan de behoeften van de mensen voor wie ze bedoeld zijn? En hoe kunnen we in de toekomst intuïtievere oplossingen ontwerpen?
Waarom taal ertoe doet
Voordat we het over technologie hebben, moeten we eerst stilstaan bij iets minstens zo belangrijks: taal. De manier waarop we over blindheid praten, beïnvloedt hoe we erover denken – en hoe we ontwerpen voor mensen die blind zijn. Veel blinde mensen definiëren zichzelf niet aan de hand van wat ze niet kunnen zien. Daarom kunnen termen als “visueel beperkt” of “gezichtsverlies” als negatief worden ervaren. Ze leggen de nadruk op een gemis, terwijl blindheid óók gezien kan worden als een andere manier van waarnemen.
Sommige mensen vonden het woord “blind” vroeger te hard, maar het is gewoon een feitelijke omschrijving – zonder oordeel. Uitspraken als “blinde persoon” of “persoon die blind is” leggen de nadruk op de mens zelf, niet op de beperking. Woorden doen ertoe.
Hulpmiddelen die de weg hebben vrijgemaakt
Al duizenden jaren bedenkt de mensheid manieren om mensen die blind zijn te ondersteunen. Zo wordt Didymus de Blinde, een geleerde uit de vierde eeuw, vaak afgebeeld met een wandelstok – een van de oudste hulpmiddelen voor zelfstandige mobiliteit. De witte stok die we nu kennen is nog altijd een belangrijk hulpmiddel voor oriëntatie, vaak in combinatie met tactiele tegels – die geribbelde gele stroken op stoepen of in stations. Ook zijn er geluidssignalen bij verkeerslichten, die na een druk op de knop laten horen wanneer je kunt oversteken.

Source: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Didymus_the_blind.jpg
Lezen met de tastzin bestaat ook al heel lang. Didymus zou houten letters hebben gebruikt om te leren lezen en schrijven—een soort voorloper van het brailleschrift. In 1824 ontwikkelde Louis Braille zijn systeem met maximaal zes verhoogde puntjes per cel om letters, cijfers, leestekens en zelfs muzieknotatie weer te geven. Hij baseerde zich op een eerdere codetaal van Charles Barbier. Braille is vandaag de dag nog steeds dé standaard voor lezen en schrijven met de vingers.
Braille lezen gaat in de praktijk vaak langzamer dan gewoon lezen, maar het blijft essentieel—denk aan musea, liften of publieke ruimtes. Toch is braillegebruik de laatste jaren afgenomen door de opkomst van audiohulpmiddelen, zoals schermlezers, smartphones en luisterboeken. Gelukkig bieden sommige smartphones tegenwoordig wél de mogelijkheid om braille in te voeren, bijvoorbeeld voor het versturen van berichten. Zo blijft tast-geletterdheid ook in het digitale tijdperk behouden.

Source: https://primarysourcepairings.com/wp-content/uploads/2017/09/braillealphabet_npb-org.jpg?w=982
Toch zijn deze hulpmiddelen lang niet altijd voldoende. Veel huishoudelijke apparaten hebben alleen een touchscreen, zonder braille of spraak. Op shampooflessen of schoonmaakmiddelen ontbreekt vaak toegankelijke informatie. En hoewel digitale menukaarten met QR-codes steeds vaker voorkomen, zijn ze nog lang niet overal beschikbaar.
Nieuwe ontwikkelingen: AI-apps en slimme stokken
Gelukkig verschijnen er steeds meer technologische innovaties. Zo zijn er AI-apps die via de camera van een smartphone de omgeving beschrijven. Sommige verbinden gebruikers met ziende vrijwilligers voor hulp op afstand. Andere kunnen objecten herkennen, tekst voorlezen of zelfs gezichten beschrijven.
Maar: AI is niet onfeilbaar. Wat doe je als je telefoon leeg is, of als er geen internet is? In noodsituaties is technologie vaak kwetsbaar. Vrijwilligers zijn vaak betrouwbaarder dan AI, maar ook niet altijd beschikbaar. En professionele hulp kost geld – soms veel geld.
Ondertussen worden ook witte stokken steeds slimmer. Er bestaan inmiddels exemplaren met obstakeldetectie, GPS, internettoegang en ingebouwde stemassistenten. Daarmee kunnen gebruikers bijvoorbeeld het openbaar vervoer volgen, routes uitstippelen of ingewikkelde omgevingen navigeren – allemaal via hun stok. Maar ook hier geldt: deze technologie is vaak duur. Betaalbaarheid blijft een cruciale voorwaarde voor echte toegankelijkheid.

Ontwerpen vanuit een ander perspectief
Mensen die blind zijn, ervaren de wereld op een fundamenteel andere manier. Ze navigeren niet met visuele kaarten in hun hoofd, maar door routes op te delen in korte stukjes en zich te oriënteren aan de hand van herkenningspunten. Ze gebruiken ook een egocentrisch perspectief: hun eigen lichaam en beweging zijn het uitgangspunt.
Dat vraagt om een andere benadering van navigatiehulpmiddelen. De meeste apps zeggen bijvoorbeeld: “Loop rechtdoor tot aan de rotonde.” Maar dat is gebaseerd op visuele oriëntatie. Voor blinde gebruikers werkt iets als dit beter: “Loop tien stappen tot je een druk kruispunt hoort. Draai dan naar rechts, ongeveer richting twee uur, met de hoge heg aan je linkerhand.”
Om echt bruikbaar te zijn, moeten apps en technologieën zich aanpassen aan deze manier van waarnemen en bewegen. Dat betekent: zintuiglijke, lichaamsgerichte beschrijvingen geven die aansluiten bij hoe blinde mensen de wereld ervaren.
Toegankelijkheid gaat verder dan technologie
De technologie van vandaag is veelbelovend, maar de toekomst van toegankelijkheid draait niet alleen om nieuwe snufjes. Het gaat erom dat we ontwerpen vanuit het perspectief van de gebruiker. Dat vraagt om beter onderzoek, diverse ontwerpteams, en vooral: luisteren naar de mensen voor wie we ontwerpen.
Want als we een wereld willen bouwen die voor iedereen werkt, moeten we beginnen bij hoe die wereld wordt ervaren – ongeacht of dat met ogen, oren, handen of technologie gebeurt.
Auteur: Ezgi Mamus
Editor: Jitse Amelink
Vertaling Nederlands: DeepL, Anniek Corporaal
Photo credit featured image: WeWalk
Referenties:
Bashin, B. (2024). Be My Eyes “Inclusive Language” Guide. https://www.bemyeyes.com/blog/be-my-eyes-inclusive-language-guide/
Mamus, E., Speed, L. J., Rissman, L., Majid, A., & Özyürek, A. (2023). Lack of visual experience affects multimodal language production: Evidence from congenitally blind and sighted people. Cognitive Science, 47(1), e13228.
Thomas, C. (2004). How is disability understood? An examination of sociological approaches. Disability & society, 19(6), 569-583.
Wetzel, R., & Knowlton, M. (2000). A comparison of print and braille reading rates on three reading tasks. Journal of Visual Impairment & Blindness, 94(3), 146–154.
